Fietsfile

De introductie van de fietsfile (een oud blogje uit de tijd dat ik nog een arrogante randstedeling was – nu een arrogante vulzelfmaarin )


Als iets geslaagd lijkt dan is het wel het gemeentelijk streven de Amsterdammer op de fiets te krijgen. Twee miljoen fietsers trappen er dagelijks door de stad. Huh? Zoveel wonen er toch niet in Amsterdam? Ah, dus ook allerlei vreemd volk neemt het stalen ros in de stad. Prima, we zijn tenslotte een metropool(tje). Het fietsvolk wordt ook behoorlijk in de watten gelegd: Een hoofdnet fiets (kom daar maar eens om in Beijing), vrij liggende fietspaden, ruim geplaatste nietjes om fietsen te parkeren, fietsflats om woonwerkverkeer te vergemakkelijken.


Graag fietsen
We willen graag fietsen. De afstanden zijn te overzien. En het heeft zo zijn voordelen boven andere vervoersvormen: Geen wachttijden in tram/bus/metro omdat er gestaakt wordt/ de bestuurder zich verslapen heeft / de telefoonprovider het verkeer lam legt. Of ook zo erg: te dichtbij onbekende mensen zitten die zweten / nat en stinkende kleding hebben / te hard bellen / vieze geluiden maken. En bij die morsige taxichauffeurs ben je je lot ook niet zeker. Goed, het regent wel eens. Maar dat schijnt maar 7 keer op de 100 voor te komen.

Individuele ikje
En er komen steeds meer fruitige oplossingen: Geen klef plakkende regenkleding meer maar vrolijke stipjes/bloemetjes en ander gelukkig makend plastiek. Voor de dames zijn er zelf regenrokken . Oh en mirakel: Met de fietsbanden van tegenwoordig kom je zelfs ongeschonden over tapijtjes van kapot bierglas op de Zeedijk. Is je fiets gestolen? Dat ligt echt aan jezelf hoor, de fietssloten zijn toch supergoed? En dan het aanbod aan fietsen. Het kan niet op aan variatie. Ons individuele ikje kirt zich kakelend ziek met al die keuze: Oh, glamour, een fiets met uniek, enig en alleen voor jou en niemand anders framenummer! Bak om voorop je hele levende have in te vervoeren.


Twee keer bellen
Wij houden zo van fietsen! Op de fiets ben je vrij en blij en altijd op tijd mits je op tijd vertrekt uiteraard. En het fijne is, we mogen het overal! En hoe we maar willen! Stopt er een auto voor ons bij een zebrapad om een ouder iemand over te laten steken? We hebben net zo lekker vaart! Daar hoeven we niet ook voor te stoppen? Toeristen die niet zo gewend zijn aan fietsers? Die blazen we de weg af met de fietsbel. Niet met een lief uitnodigend als ik twee keer met mijn fietsbel bel, nee , aanhoudend geklingel en zo nodig gezellig ondersteund door getier en gevloek. Moet een fietser vóór ons afstappen? Wat onhandig zeg, dan moeten we ineens uitwijken, dan vraag je ook om een sneer. Wat? Remmen? Wij? Stoplicht op rood? Haaientanden? We kwamen toch van rechts? Wij laten zo nodig onze achtjarige kinderen voor gaan in de overtreding. Goed voorbeeld doet goed volgen. Of knallen de kleuters in de fietsbak gewoon voor die auto want welke autobestuurder haalt het in zijn botte harsens om een kind aan te rijden?

Bloedbad
Het allernieuwste fenomeen op fietsgebied is de fietsfile, elke dag tijdens de spits te aanschouwen op de kruising Prins Hendrikkade/Damrak. Nou ja, het is meer een tijdelijk infarctje, maar het is een voorzichtig en hoopvol beginnetje. Ik voorspel in een paar jaar radiomeldingen van de fietsfiles. Het vraagt het aller uiterste van ons geduld. Staat het stoplicht eindelijk op groen – de afvalligen waren er al doorgeglipt- dan komt het verkeer maar tergend traag op gang. Want er zijn gewoon gekken die af willen slaan en zo de voortgang belemmeren. Belachelijk! Dat moest verboden worden. En weer die dagjesmensen die zo hardnekkig doof én blind tegelijk zijn en maar dat zielige zebrapaadje over willen steken van en naar het Victoriahotel. Het duurt minúten voor we weer een beetje fietstempo hebben, soms zelfs zo lang dat het verkeer van gene zijde alweer aan de beurt is en vervolgens wraak neemt.
Een bloedbad. Zal ik voortaan lopend naar het werk gaan?


Copyright © All rights reserved.
Using Format