Johan, Cletus en Fidelis


Het is 5 april. Het heeft gisteren de hele dag gesneeuwd maar vandaag is de wereld een frisgewassen wit laken. Op de besneeuwde bergen lijken miljarden diamantjes uitgestrooid. Wolken stijgen als slagroomtoefjes op vanuit het dal. De zon duwt zijn stralen langs alle kanten mijn oog in. Verblindende schoonheid.

In de bergen achter mij ligt de Aletschgletsjer. Een bokito van jewelste. Vanaf de Jungfrau schuift hij met een gewicht van 11 biljoen kilo over 23 kilometer het Rhonedal in.

Maar terwijl hij ijs, steen, gruis en morenen nog steeds verbeten voor zich uit drukt, raakt hij steeds meer massa kwijt. Als een tandeloze tijger met afgesleten klauwen. Het is bijna niet voor te stellen dat deze prachtige ijsklomp er straks niet meer is, waarschijnlijk al in 2070. Nergens in Europa kun je de opwarming van de aarde beter zien. Treurig.

Voor de broers Ebener is het mooi. Johan, Cletus en Fidelis maakten in 1926 nog even een ommetje vanuit de bivak maar werden overvallen door een sneeuwstorm. Ze stierven midden op de gletsjer. In 2012, 86 jaar later en 10 kilometer verderop werden ze teruggevonden. Zo konden ze alsnog bij hun familie terugkomen. Een vriend die ook meeliep, ligt nog verborgen in het ijs.

IJsmummie Ötzi sleepte een schat aan archeologische artefacten in zijn rugzakje mee over het leven 5300 jaar geleden. Welke geheimen fluistert Aletsch ons over 50 jaar in het oor?

Ik wil het eigenlijk liever niet weten.

Copyright © All rights reserved.
Using Format