Wat we zien



Het is met woorden net als mode. Iemand bedenkt dat je best in een jeans met gaten op de knie kunt lopen. Eerst loopt er eentje mee. Dan spot je een tweede, een derde. En ineens is zelfs een gehucht als Spijk ermee vergeven. 

Net als De Woorden. Erger dan een kniegat. 

Absolúút.  Bizzáár. Súper.  Echt. 

Ze zijn er plots en je kunt je er niet voor afsluiten. Hoor je ze een paar keer, de week erna is ineens alles bizzáár. Of iemand nou over een drempel is gestruikeld of voor het eerst op het potje heeft geplast heeft gelaten. Het is absolúút bizzáár. En als je deze eenmaal hebt gehoord, nestelt ie zich als een oorwurm in je kop. Om elke dag even te wurmen.
Wat we zien.  Als inleiding voor elke zin, om er gewicht aan te geven. Want als ‘we’ het zien, dan is het extra waar. Echt gehoord: “Wat je ziet is dat mensen denken, dat moet van Den Haag.“ 
Het is de elitaire net even anders variant van de quotatief, dat inleidende zinnetje om een citaat in te leiden, dat vooral op radio en tv te horen is uit de mond van politici, wetenschappers en opinieleiders.  Niet: “De inkomensverschillen worden groter.” Maar:”We zien dat de inkomensverschillen steeds groter worden.” 

Aha, zo zie ik het, ja. 

Mozeskriebel, ik kan alles zonder met deze oorwurm. Heel onzinnig en compleet overbodig. En ik geef hem nu aan jou door.  

Copyright © All rights reserved.
Using Format